Foto boven: Dit coachpaard kijkt met interesse naar de deelnemers en kan zich ontspannen in zijn omgeving. Dit is o.a. te zien aan de naar voor gerichte oren (interesse), en aan het hoofd dat nauwelijks boven schouderhoogte opgetild is (weinig spanning). Foto (c) Josselien Janssens, 2019.

Op zaterdag 6 april 2024 werd tijdens het Symposium Welzijn Coach- en Therapiepaarden in Dronten het onderzoek dat hierover in de afgelopen 2 jaar is gedaan door Aeres Hogeschool gepresenteerd. Dit onderzoek wijst uit dat coachpaarden en therapiepaarden gemiddeld weinig stress ervaren bij coaching en therapiesessies. Hieronder vind je een aantal belangrijke conclusies op een rij.

Hoe is dit onderzoek gedaan?

Het onderzoek is in de afgelopen 2 jaar uitgevoerd onder leiding van Lector Kathelijne Visser van Aeres Hogeschool. Aan het onderzoek hebben 98 coachpaarden meegedaan waarmee op de grond een uiteenlopende variatie van coachingsessies voor verschillende doelgroepen wordt gedaan. Er hebben 13 therapiepaarden meegedaan, die ingezet worden bij rijlessen voor volwassenen en kinderen met lichamelijke of geestelijke beperkingen.

In het onderzoek is onderscheid gemaakt tussen de beleving van beide groepen paarden omdat de activiteiten en de manier waarop het paard wordt ingezet en dus wordt belast, uiteraard sterk verschilt. Coachpaarden kunnen vrij bewegen tijdens sessies terwijl therapiepaarden meer beperkt zijn in hun expressie. Zij worden immers met harnachement opgetuigd en hebben een ruiter op de rug (vaak met beperkingen op het gebied van bewegen) en er lopen begeleiders mee tijdens de rijsessies.

Via een combinatie van onderzoekstechnieken zijn de onderzoekers meer te weten gekomen hoe paarden coachsessies ervaren.

De eerste pijler was een enquête waarbij therapeuten en coaches die paarden inzetten bij coachingsessies op de grond, gevraagd waren bij zoveel mogelijk sessies te tellen hoe vaak het coachpaard verschillende kalmerende signalen (oftewel opwindings/stresssignalen) lieten zien. Voorafgaand aan deze enquete was een uitgebreide online cursus georganiseerd voor de deelnemers met veel detail over precies welke vormen en uitingen van lichaamstaal de onderzoekers wilden meten.

De tweede pijler was dat er afzonderlijk hiervan, hartslagmetingen zijn gedaan bij coach- en therapiepaarden tijdens sessies, en vergeleken met hartslagmetingen tijdens hun niet-therapeutische activiteiten.

De uitkomsten van beide pijlers zijn met elkaar vergeleken.

Tevens is er op de Prinses Máximamanege in Den Dolder door een team van Aeres Hogeschool een parallel-onderzoek gedaan naar hoe optimistisch paarden waren na een therapeutische rijles, in vergelijking met hun optimisme na een gewone rijles.

Belangrijke conclusies:

  1. Uit dit onderzoek valt (gelukkig!) te concluderen dat coach- of therapiepaarden gemiddeld bij dit werk WEINIG stress ervaren. De onderzoekers hadden vooraf drempelwaarden bepaald rond acceptabele stressniveaus, en ook welke lichaamstaal precies stress of comfort aanduidt. Lichaamstaal die overeenkomt met de definitie van de gemoedstoestand “comfortabel” komen het vaakst voor bij paarden tijdens coachingsessies. Lichaamstaal en gedragingen die horen bij beleving van spanning of stress komen relatief gezien het minst voor.
  2. Bij sessies die langer duurden, en/of een hogere score op intensiteit kregen van de begeleiders, lieten paarden gemiddeld iets meer stresssignalen zien. De mate van intensiteit en duur is dus een belangrijke factor in hoe coach- en therapiessessies beleefd worden door het paard.
  3. De fysieke toestand van het paard weegt mee in de mate waarin ze stress ervaren. Hoe meer lichamelijk ongemak, hoe meer stresssignalen tijdens coachings. Belangrijk dus om te beseffen dat wij mensen over het algemeen veel moeite hebben, met het herkennen van fysiek ongemak bij paarden. Het type karakter van het paard weegt mee in deze moeilijkheidsfactor. Expressieve paarden kunnen signalen van fysiek ongemak soms wat overdrijven, terwijl introverte paarden ze over het algemeen meer verhullen. Als professionele coach met paarden is het dus cruciaal om jezelf goed te informeren over hoe je zaken als depressie en fysieke pijntjes bij je (coach)paard herkent.
  4. Alle paarden die meededen aan het onderzoek, scoren volgens hun baasjes laag op neuroticisme en zijn dus vanuit zichzelf relatief voorspelbaar en veilig in hun gedrag.
  5. Hoe expressiever/communicatiever het karakter, hoe minder opwinding of stress paarden gemiddeld ervaren tijdens coachsessies op de grond. Coachpaarden die losstaand worden ingezet zijn gemiddeld iets eigenwijzer in hun karakter dan paarden die bij therapielessen ingezet worden.
  6. De onderzoekers concluderen dat paarden die qua karakter extravert, emotioneel stabiel, en redelijk (maar ook weer niet per sé super-)meegaand zijn, het minst spanning ervaren tijdens coachings. Daarom zijn dit volgens hen over het algemeen de best geschikte paardenkarakters om in te zetten bij coaching.
  7. Bij de coachpaarden die los staan tijdens sessies, had het niveau van de begeleiding vrijwel geen directe weerslag op de mate waarin het paard stress ervoer. Of paarden bewegingsvrijheid hebben, is dus veel meer doorslaggevend in de gemiddelde ervaring van opwinding of spanning bij de dieren, dan de vraag of de coach veel ervaring heeft.
  8. Hoe meegaander het karakter, hoe minder opwinding of stress paarden ervaren tijdens therapeutische rijlessen. Het ideale type paard voor therapeutisch rijden vertoont dus minder neiging om eigenwijs of ongehoorzaam te zijn. In tegenstelling: een beetje “eigen-wijsheid” maakt een paard voor coachactiviteiten waarbij ze los staan, juist geschikter.
  9. Bij therapeutisch rijden werd het daarbij duidelijk dat hoe meer ervaring de begeleiding had, hoe minder stress de paarden ervaren. Hier is de kwaliteit van de begeleiding dus veel meer een directe factor die bepaalt hoe stressvol de paarden de sessies vinden.
  10. Paarden die zowel bij therapeutisch rijden als gewone paardrijlessen worden ingezet, waren niet méér of minder optimistisch direct na een therapieles, dan na een gewone rijles.
  11. Opvallend: Er is niet gekeken naar hoeveel coachsessies een paard deed op een dag, en met wat voor type cliënten. Er is echter wel geconcludeerd dat paarden die MINDER coach of therapiesessies doen per week, tijdens zulke sessies gemiddeld iets MEER opwindingssignalen laten zien. (Daarbij komen ze gemiddeld echter niet boven drempelwaarden van acceptabele stressniveaus die door de onderzoekers zijn bepaald.) Paarden die 8-12x per week voor coaching of therapeutisch rijden ingezet worden ervaren relatief minder vaak opwinding of spanning tijdens de individuele sessies dan paarden die rond 3-4x per week ingezet worden. Het valt dus te concluderen dat regelmaat en ervaring van het paard met de activiteit spelen een belangrijke rol bij de niveaus van opwinding die gezien worden bij de paarden. Of afstomping hier een rol in speelt, is niet onderzocht.

Opmerkingen en kanttekeningen:

  • Er is in dit onderzoek niet gekeken naar de effectiviteit van coachings en de kwaliteit van de begeleiding op de menselijke cliënten. Daarover zijn wel andere onderzoeken gaande, zoals het Horse Power onderzoek over effectiviteit van inzet van paardencoaching bij de behandeling van ptss bij veteranen door de Faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit van Utrecht.
  • Het is al veel wetenschappelijk bewijs over het feit dat goed management van paarden op het gebied van huisvesting en voeding een belangrijke factor is in de mate waarin ze stress ervaren in hun activiteiten. Bij dit onderzoek is echter geen directe vergelijkende data verzameld over hoeveel stress de coachpaarden die meededen gemiddeld in hun omgeving en huisvesting ervaren terwijl ze níet met coaching bezig waren. De effecten op stresslevels van de manier waarop de paarden gehuisvest worden (bijv. of ze tijdens hun vrije tijd in een groep of afgezonderd gehouden worden, en hoeveel ruimte en bewegingsvrijheid ze hebben in hun huisvesting) is dus NIET meegenomen in het onderzoek. Dit was een van de punten die ik en anderen naar voren brachten bij de presentaties. De onderzoekers beamen dat dit een belangrijke ijkfactor is en het dus wenselijk is om hier nog meer onderzoek naar te doen.

Elk nieuw onderzoek levert natuurlijk ook weer nieuwe vragen op! Het is in ieder geval geweldig dat paardencoaching tegenwoordig zo serieus genomen wordt, dat de vraag om goed onderzoek naar factoren als effectiviteit en welzijn van zowel van binnen als buiten de paardenbranche steeds groter aan het worden is.

Wil je meer weten over welzijn van coachpaarden? Aeres Hogeschool brengt binnenkort een Welzijnsgids uit gebaseerd op de bevindingen van het onderzoek. Deze kun je aanvragen via de QR code rechts. Zodra de gids uitkomt wordt hij je toegestuurd.

Daarnaast is er op basis van de onderzoeksresultaten een e-learning ontwikkeld, die wordt aangeboden vanuit brancheorganisatie ‘Vereniging aanbieders Dier en Zorg’. Een deel van de e-learning is gratis, daarin krijg je alvast de meest belangrijke informatie. Via deze link kun je meedoen (je moet jezelf wel registreren op de website): https://verenigingaanbiedersdierenzorg.nl/herkennen-van-gedrag-bij-coach-en-therapiepaarden

Bijdrage door Josselien Janssens,
Advanced Eponaquest Instructor en opleider

Reacties

Er zijn nog geen reacties geplaatst.

Laat een reactie achter

Om een reactie te plaatsen, moet je inloggen of een account aanmaken.

Josselien Janssens

Ik help paardencoaches in hun paardenkracht te staan en leiders in het zadel te blijven